
George Brinton McClellan (3 december 1826 – 29 oktober 1885) was generaal-majoor (en korte tijd opperste generaal) in het Noordelijke leger tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.
Voor de oorlog:
Hij was opgeleid aan de Amerikaanse militaire academie in West Point. Hijdiende onder generaal Winfield Scott in de Mexicaans-Amerikaanse oorlog (1846-1848). In 1857 verliet hij het leger om bij een spoorwegmaatschappij te werken.
Tijdens de oorlog:
Toen in 1861 de burgeroorlog uitbrak keerde hij terug in het leger. Aan het begin van de oorlog organiseerde en trainde hij het vrijwilligersleger van de Unie. Hij was iemand die alles tot in de puntjes plande en voorbereidde. Zijn leiderschap in de chaos van een veldslag liet echter veelal te wensen over. Hij werd ervan beschuldigd incompetent en overdreven voorzichtig te zijn. Daarbij hij miste de drang om de oorlog te winnen die zijn tijdgenoten Ulysses S. Grant, Robert E. Lee en William T. Sherman kenmerkte.
McClellan leek ook nooit te begrijpen dat hij het vertrouwen moest behouden van president Abraham Lincoln. Na zijn falen in en na de Slag bij Antietam (waarbij Lees’ leger ontkwam, hoewel Lees’ plannen in McClellans handen waren gevallen) ontsloeg Lincoln hem. Daarop besloot McClellan als presidentskandidaat namens de Democraten tegen Lincoln aan de verkiezingen van 1864 deel te namen; wat hij verloor.
Na de oorlog:
Na de oorlog werd hij verkozen tot gouverneur van New Jersey en schreef diverse boeken, vooral om zijn gedrag tijdens de burgeroorlog te verdedigen.